De afgelopen 5 weken heb ik meegedaan aan een MOOC over het Middelbaar Beroepsonderwijs in de toekomst. Een MOOC (Massive Open Online Course) is een online cursus die toegankelijk is voor een groot aantal deelnemers. Het levert discussie en een groot aantal inzichten op vanuit het onderwijs in samenhang met onze kijk op de rol van de docent in de toekomst. In deze blogpost vind je een samenvatting van alle bevindingen. 

A. Samenvatting

De belangrijkste bevindingen over de MOOC in het MBO230 kunnen worden samengevat en geordend in drie hoofdcategorieën: Conclusies, Overwegingen, en Onderbouwing/toelichting. Hierbij is een duidelijke focus op de veranderende rol van de docent, gepersonaliseerd leren, en de integratie van technologische hulpmiddelen in het onderwijs. Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting.

1. Conclusies

1. Veranderende rol van de docent: De MOOC benadrukt dat de rol van de docent significant verandert in de context van het mbo in 2030. Docenten moeten flexibel zijn en nieuwe vaardigheden ontwikkelen om in te spelen op gepersonaliseerd leren, waarbij studenten op individuele basis ondersteund worden.
2. Focus op bekwaamheid boven bevoegdheid: In het mbo wordt de bekwaamheid van docenten vaak hoger gewaardeerd dan hun formele bevoegdheid. Dit heeft te maken met de mismatch tussen lerarenopleidingen en de werkpraktijk.
3. Gepersonaliseerd leren: Een kernpunt van de MOOC is dat onderwijs steeds meer gericht moet zijn op de individuele behoeften en leervoortgang van studenten, wat vraagt om differentiatie en data-gestuurde instructie.

2. Overwegingen

1. Pedagogische en didactische vaardigheden: Docenten moeten voortdurend hun pedagogische (studenten motiveren) en didactische vaardigheden (overbrengen van kennis) aanpassen om relevant te blijven in een snel veranderende onderwijswereld.
2. Technologische integratie: Gepersonaliseerd leren is nauw verbonden met de effectieve inzet van technologie. Docenten moeten vaardigheden ontwikkelen om digitale middelen zoals leerplatforms en adaptieve software effectief te gebruiken. Speciale aandacht zou er moeten komen voor de inzet en het gebruik van een extern brein voor studenten (en docenten) en het toepassen van AI onderwijs assistenten. De Conciglio PKM methode om een leven lang gemakkelijk te kunnen leren zou als een standaard toegepast moeten worden.
3. Professionele standaarden en normen: Het ontbreken van strikte regels in de toekomst vereist een raamwerk van professionele normen voor docenten. Het landelijk lerarenregister kan hierin een rol spelen.

3. Onderbouwing en toelichting

1. Rol van technologie in gepersonaliseerd leren: Gepersonaliseerd leren vereist dat docenten data gebruiken om leerprocessen aan te passen aan de individuele voortgang van studenten. Digitale platforms spelen hierbij een cruciale rol.
2. Adaptief lesgeven en differentiatie: Docenten moeten methoden ontwikkelen om hun lessen aan te passen aan de individuele behoeften van studenten. Dit vereist niet alleen differentiatie in de lesinhoud, maar ook in de manier waarop lessen worden gepresenteerd en ondersteund.
3. Taken en rollen van docenten: Naast de traditionele rollen van docent (zoals gastheer en presentator), is er nu een grotere nadruk op de docent als coach, die studenten individueel begeleidt bij hun leerproces.
De MOOC in het MBO230 richt zich sterk op het ontwikkelen van een toekomstbestendige onderwijspraktijk waarin docenten moeten evolueren naar een rol die verder gaat dan louter het overbrengen van kennis. Ze worden begeleiders in een leerproces dat steeds meer afgestemd is op individuele behoeften, waarbij technologie een steeds centralere rol speelt. Professionele ontwikkeling, flexibiliteit en adaptief lesgeven zijn de kernpunten om dit te realiseren.

B. Noodzakelijke vaardigheden

Docenten in het mbo van 2030 moeten beschikken over een breed scala aan vaardigheden om goed in te kunnen spelen op de veranderende onderwijssituatie, waar het gepersonaliseerd leren en de technologische integratie centraal staan. Deze vaardigheden kunnen worden onderverdeeld in pedagogische, didactische, vakinhoudelijke, en technologische vaardigheden. Elk van deze aspecten draagt bij aan een toekomstbestendige docent.

1. Pedagogische vaardigheden

Pedagogische vaardigheden zijn essentieel voor het motiveren en begeleiden van studenten. Docenten moeten in staat zijn om een veilig en ondersteunend leerklimaat te creëren waarin studenten zich kunnen ontwikkelen, zowel op cognitief als sociaal-emotioneel vlak.

– Motiveren van studenten: Dit is een kernvaardigheid voor docenten. Ze moeten leerlingen kunnen inspireren en betrokken houden bij hun leerproces. Het vermogen om studenten te motiveren wordt in de MOOC als cruciaal gezien in de context van gepersonaliseerd leren.
– Opbouwen van een veilige leeromgeving: De rol van de docent als pedagoog is gericht op het waarborgen van een klimaat waarin studenten zich comfortabel voelen om fouten te maken en vragen te stellen. Dit bevordert een actieve leerhouding.

2. Didactische vaardigheden

Didactische vaardigheden zijn nodig om de lesstof op een heldere en toegankelijke manier over te brengen, maar in de toekomst is er ook meer aandacht nodig voor activerende en gepersonaliseerde didactiek.

– Differentiëren in lesgeven: In gepersonaliseerd leren moeten docenten methoden kunnen toepassen die passen bij de individuele behoeften van de student. Dit kan variëren van het gebruik van visuele hulpmiddelen tot het creëren van opdrachten die zijn afgestemd op de leerstijl en het niveau van de student.
– Adaptief lesgeven: Docenten moeten de lesinhoud voortdurend aanpassen op basis van de voortgang van de studenten. Dit betekent dat zij in staat moeten zijn om lesprogramma’s flexibel te herzien en digitale hulpmiddelen in te zetten om te differentiëren.
– Data-gestuurde instructie: In een gepersonaliseerde leeromgeving worden gegevens verzameld over de prestaties en voortgang van studenten. Docenten moeten in staat zijn deze gegevens te interpreteren en toe te passen in hun didactische strategie.

3. Vakinhoudelijke vaardigheden

Vakinhoudelijke vaardigheden blijven essentieel voor elke docent, vooral in het mbo waar de verbinding tussen theorie en praktijk centraal staat.

– Diepgaande vakkennis: Docenten moeten hun vakinhoudelijke kennis voortdurend bijwerken om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen in hun vakgebied. Deze kennis is niet alleen nodig om les te geven, maar ook om relevant te blijven in een veranderende arbeidsmarkt.
– Toepassing van vakkennis in de praktijk: In het mbo moet een docent zijn vakinhoudelijke kennis kunnen vertalen naar de beroepspraktijk. Dit is vooral belangrijk in sectoren waar praktijkgericht onderwijs en stages een cruciale rol spelen.

4. Technologische vaardigheden

In een steeds meer gedigitaliseerde wereld moeten docenten goed op de hoogte zijn van de technologische hulpmiddelen die zij kunnen gebruiken om hun onderwijs effectiever en persoonlijker te maken.

– Gebruik van digitale hulpmiddelen: Docenten moeten bekwaam zijn in het gebruik van diverse digitale tools en platforms om het leerproces te personaliseren. Dit omvat het gebruik van adaptieve software en leerplatforms om lesmateriaal op maat te maken. Bijzondere aandacht is nodig voor het toepassen van AI, het toepassen van een extern brein en AI onderwijs assistenten.
– Mediawijsheid en ICT-geletterdheid: Dit houdt in dat docenten moeten kunnen omgaan met digitale informatie en communicatieplatforms. Ze moeten in staat zijn om informatiebronnen op betrouwbaarheid te beoordelen, digitale content effectief te gebruiken, en een veilig digitaal leerklimaat te bevorderen.
– Integratie van technologie in het leerproces: Naast het gebruik van technologie als hulpmiddel, moeten docenten ook begrijpen hoe ze technologie kunnen integreren in de leeractiviteiten zelf, bijvoorbeeld door het aanbieden van hybride lessen of het gebruiken van gamification en andere interactieve leervormen.

Toelichting

De genoemde vaardigheden zijn onderbouwd door de noodzaak om mee te bewegen met de veranderende onderwijscontext waarin gepersonaliseerd leren en technologische integratie centraal staan. Onderzoek naar de toekomst van het mbo, zoals in de MOOC en verschillende rapporten naar voren komt, laat zien dat de traditionele rol van de docent verschuift naar een coachende rol waarbij individuele begeleiding en aanpassing van het onderwijs aan de leervoortgang van de student belangrijker wordt.

Daarnaast wijzen rapporten op de noodzaak om technologie effectief in te zetten in het onderwijs. Door gebruik te maken van data-analyse en digitale hulpmiddelen, kunnen docenten hun lessen personaliseren en beter inspelen op de behoeften van de studenten. Ten slotte blijft vakinhoudelijke kennis essentieel om ervoor te zorgen dat studenten goed voorbereid de arbeidsmarkt betreden.

Kortom, de docent van de toekomst moet een veelzijdige professional zijn, die zowel pedagogisch als didactisch sterk is, maar ook de juiste technologische en vakinhoudelijke kennis bezit om in een steeds veranderende omgeving te kunnen blijven functioneren.

C. Conciglio filosofie en methodologie

Het Conciglio gedachtegoed kan een belangrijke rol spelen in de onderwijscontext zoals beschreven in de MOOC voor het MBO230, vooral met betrekking tot de veranderende rol van de docent, gepersonaliseerd leren en de integratie van technologie. Hier zijn enkele manieren waarop de filosofie en methodologie van Conciglio een bijdrage kunnen leveren:

1. Veranderende Rol van de Docent:

Conciglio benadrukt persoonlijke ontwikkeling en zelfsturing, wat essentieel is voor docenten in de toekomst. De docent van 2030 moet niet alleen kennis overdragen, maar ook coachen, begeleiden en zich voortdurend ontwikkelen om flexibel te kunnen reageren op de behoeften van individuele studenten. Het Conciglio-concept van Persoonlijk Kennisbeheer (PKM) kan docenten helpen om hun eigen kennis effectief te beheren, zodat ze snel toegang hebben tot relevante informatie en hun pedagogische strategieën kunnen aanpassen op basis van nieuwe inzichten.

2. Gepersonaliseerd Leren:

In een leeromgeving waar gepersonaliseerd leren centraal staat, ondersteunt Conciglio het gebruik van technologie zoals een extern tweede brein. Deze technologie kan zowel studenten als docenten helpen bij het ontwikkelen van hun eigen kennis en inzichten. Hier geldt ‘practise what you preach’. Het sluit aan bij de rol van technologie in gepersonaliseerd leren, zoals in de MOOC wordt besproken.

3. Technologische Integratie in het Onderwijs:

Conciglio biedt methodologieën voor het integreren van technologie in werkprocessen en samenwerking, wat perfect aansluit bij de noodzaak voor docenten om technologische vaardigheden te ontwikkelen. Het gebruik van kunstmatige intelligentie die ook binnen de Conciglio methodologie wordt benadrukt, kan docenten ondersteunen bij, onder meer, data-gestuurde instructie en adaptief lesgeven.

4. Samenwerking en Netwerkorganisatie:

Conciglio bevordert een cultuur van samenwerking via zelfsturende netwerken, wat nuttig kan zijn voor onderwijsinstellingen om flexibele leeromgevingen te creëren. Deze netwerken kunnen helpen bij het delen van kennis en middelen tussen docenten. Hierdoor kunnen zij hun eigen professionele groei ondersteunen en beter kunnen omgaan met de dynamische behoeften van de onderwijsomgeving.

5. Focus op Levenslang Leren:

De nadruk van Conciglio op continu levenslang leren en persoonlijke ontwikkeling sluit nauw aan bij de visie op de toekomst van het mbo, waarin docenten voortdurend hun vaardigheden moeten bijwerken om relevant te blijven. Het idee dat kennisbeheer en werkbeheer gescheiden worden, kan docenten helpen om efficiënt te werken en tegelijkertijd hun kennisbasis uit te breiden.
Conciglio biedt dus een geïntegreerde benadering van kennis- en werkbeheer, waarmee docenten hun vaardigheden kunnen ontwikkelen, technologie effectief kunnen inzetten en zich kunnen voorbereiden op de uitdagingen van gepersonaliseerd en technologisch ondersteund onderwijs in het mbo van 2030.

PJ – 21 oktober 2024