In de afgelopen weken heb ik geschreven over kennisbeheer en ons tweede brein. Naar het eind van het jaar toe zal ik in 10 delen gaan schrijven over online samenwerking en het belang van individueel netwerkmanagement. Dan kunnen we in 2022 het beste uit onszelf gaan halen én er een relaxed stressvrij leven op nahouden. Hoe mooi is dat.
Individueel netwerkmanagement, dat is zeker geen contradictie in terminus. Het heeft ook weer alles te maken met het Conciglio denken en doen. Het beheer van onze kennis en onze activiteiten. Maar voordat ik in het volgend artikel in zal gaan op online samenwerking en netwerkorganisatie deze week eerst de aandacht nog even op iets anders!
Conceptontwikkeling
Iemand heeft een idee en in het beste geval wordt er voor de ontwikkeling van een product, een nieuwe dienst of project eerst een marktonderzoek gedaan. Ondanks de enthousiaste inzet van alle medewerkers en de beschikking over voldoende financiële middelen slaat het uiteindelijk resultaat van alle inspanningen niet aan. Project mislukt!
Een jarenlang succesvolle onderneming met mooie producten en diensten, een duidelijke focus op expansie, schaalvergroting en winstmaximalisatie komt plotseling onverwachts én heel erg snel in zwaar weer terecht. Hoe kan dat nou?
Niet zelden ligt de oorzaak bij conceptontwikkeling…… Of beter gezegd het ontbreken ervan in het gehele proces van business development.
Huh. Wat is dan conceptontwikkeling precies?
Het ontwikkelen van concepten wordt vaak verward met het genereren van ideeën. Daarbij worden onder meer brainstormsessies ingezet. Maar een idee is nog geen concept. Verwarring ontstaat ook regelmatig met de initiatieffase bij het ontwikkeling van producten, diensten en projecten. Conceptontwikkeling is echter veel meer! Het gaat om de ontwikkeling van concepten op zich. Het is een methodiek, een manier van werken en gestructureerd denken om te kunnen komen tot innovatieve oplossingen. Het is een creatief denkproces en kent een gedeeltelijke overlap met aan één kant trendwatching en aan de andere kant marktonderzoek. Het is een afgebakend vakgebied binnen business development.
Het eindresultaat van conceptontwikkeling is de conceptdefinitie en het conceptboek. Het laatste geeft input voor de verdere ontwikkeling van producten, diensten of projecten. Het levert daarbij richtlijnen voor de bewaking van het concept.
Is dat allemaal nu wel nodig?
Ik ben van mening dat als je iets doet het maar beter goed kunt doen. Toch zeker als het gaat om de toekomst en vernieuwing. Conceptontwikkeling is dus nodig om optimaal in te kunnen spelen op ontwikkelingen en trends. Om duidelijkheid te krijgen dat er geen kansen blijven liggen en om de juiste definitie te geven aan het marktonderzoek alvorens je begint met ontwikkelen van je MVP. Conceptontwikkeling vooraf zorgt er ook voor dat je bestaande producten en diensten voortdurend kunt verbeteren. Het gehele proces wordt opgedeeld in drie fasen: Analyse, Ontwerp en Realisatie.
Analyse
Het analyseproces bestaat uit vier onderdelen, DOTS, wat staat voor doelgroepen, opdrachtgever, trends en sectoren. Bij de verschillende doelgroepen brengen we specifieke manifeste waarden in kaart en dat levert een definitie op van personas of ijkpersonen. Daarnaast kan er een beeld worden gemaakt van de identiteit van de initiatiefnemer. Geschiedenis of achtergrond, cultuur, missie, visie, waarden en marktpositie zijn verschillende aspecten die daarbij in acht moeten worden genomen. Het trendonderzoek speelt zich af op drie verschillende niveaus: mega, macro en microtrends. Tenslotte wordt er gekeken naar verschillende sectoren. De analyse levert een zogenaamde “valuefit” op waar per doelgroep opportuniteiten, pijnpunten en oplossingen worden samengevat.
Ontwerp
In de ontwerpfase wordt vanuit de valuefit een conceptstatement opgesteld van waaruit meerdere concept ontwerpen worden ontwikkeld. Deze bestaan uit waardeproposities voor de verschillende doelgroepen gedefinieerd in concepten, pijnverzachters en voordeelverschaffers.
Realisatie
Het conceptboek omvat alle relevante informatie over het conceptontwerp dat nodig is om over te kunnen gaan tot nader marktonderzoek en tot de definitieve ontwikkeling. Hierbij komen de volgende aspecten aan de orde: conceptdragers, communicatie, organisatie, fysieke omgeving, materialisatie en netwerken. De structuur van het conceptboek volgt een Osterwalder Business Model Canvas (BMC).
In het eerste hoofdstuk staat de WAT-vraag centraal. Hierin moet specifiek worden aangegeven wat de centrale conceptdrager (product of dienst) is. Het tweede hoofdstuk WIE gaat gedetailleerd in op de beoogde doelgroepen. Er wordt gebruik gemaakt van de resultaten uit de doelgroep analyses. In het derde hoofdstuk HOE wordt duidelijk hoe de implementatie van het conceptontwerp georganiseerd wordt. Kort samenvattend. De primaire conceptdrager komt in H1 terug, communicatie in H2. Fysieke omgeving, materialisatie, netwerken en organisatie in H3. In hoofdstuk vier tenslotte wordt de financiële balans opgemaakt. Onderdeel van dit hoofdstuk is een voorlopige en globale investerings- en exploitatiebegroting. Het geheel brengt je inzichten in nieuwe concepten.
Verbeelding is belangrijker dan kennis.
Deze uitspraak is van een van de grootste denkers ooit. We mogen echter niet voorbij gaan dat aan Einstein zijn inbeeldingsvermogen een systematische manier van denken en analyse vooraf is gegaan. Het leverde hem de concepten die hem als eerste tot zijn uitzonderlijke inzichten en bevindingen brachten. Conceptontwikkeling is volgens mij naast kennis een investering in inzichten. Inzichten die je behoeden voor het maken van fouten maar bovenal je een zakelijk strategisch voordeel kunnen brengen. Het maakt je, zoals tegenwoordig vaak gepopulariseerd wordt, beweeglijk en veerkrachtig.
Tot gauw, PJ 9 oktober 2021